Kom, laat ik voor het rampjaar 2020 een kleine uitzondering maken en me aan een bescheiden terugblik wagen …. 2020 kwam namelijk met een heuse plottwist op de proppen, die zelfs ik niet had zien aankomen, een plottwist waar ik al dertig jaar op zat te wachten. Eentje die een terugblik verdient…
Borga komt met een enorme grijns naast me op de bank zitten. Hij heeft de hele dag oliebollen gebakken, waardoor hij naar olie en rozijntjes ruikt. Ik werp hem een glimlachje toe. Sinds begin december is het rustig in huis. Alle manuscripten (drie stuks!) zijn bij proeflezers en redacteurs. Borga is als enige achtergebleven. Van madame heb ik al eeuwen niets vernomen, terwijl zij de grootste plakkenblijver van al mijn personages is.
Borga is de ideale huisgast. Hij praat niet, kookt elke dag, doet boodschappen en slaapt veel. Dat hij een rol in de jeugdreeks zou krijgen is nog zo’n plottwist die ik niet zag aankomen.
Afijn, terug naar de grote plottwist van 2020 …
*Borga schuift dichterbij tot hij bijna bij me op schoot zit* Met die oenige grijns kijkt hij me aan.
‘Ja, ik vind jou ook lief, maar zo kan ik niet typen,’ zeg ik.
Borga trekt een pakje tevoorschijn en houdt het voor me op.
‘Voor mij? Het is al kerst geweest, hoor, en jarig ben ik ook niet meer.’
Hij drukt het pakje onder mijn neus.
‘Maar ik heb niets voor jou.’
Hij knikt hevig alsof ik wel degelijk een geschenk voor hem heb en dringt aan met dat pakje.
Had ik al gezegd dat hij ook attent is?
Ik pak het pakje en pak het uit. (3x pak in 1 zin, ik kan dat.)
‘O, wat lief!’ Een mooi notitieboekje voor mijn verzameling. Ik sta op om het in de kast te zetten.
Borga houdt me tegen.
‘Ik bewaar deze voor later. Ik ben nu in die bezig.’ Ik wijs naar de Paperblanks flexi waarin ik al mijn ideeën voor de jeugdboeken noteer.
Borga schudt het hoofd, pakt het notitieboekje uit mijn handen slaat het open en houdt het voor me op. Op de eerste pagina staat met krullerige letters geschreven: De ijzingwekkende avonturen van oom Borga.
Ik zucht. Oké, ik neem mijn woorden terug: toch niet zo’n ideale huisgast. Waarom willen mijn personages altijd hetzelfde? Hoeveel woorden ik ook aan ze besteed, het is nooit genoeg.
Van buiten op straat klinkt het gepiep van een vrachtwagen die achteruit rijdt. Met veel gerommel wordt iets vlak voor de deur uitgeladen. Het lijkt wel een lawine.
Ik loop naar de voorkamer en schuif het raam open om te zien wat er loos is. ‘Nee, toch?’ mompel ik.
Borga wringt zich ertussen en werpt ook een blik naar beneden.
De vrachtwagen kiept een hele lading olijke jeugdboekpersonages op de stoep. Vladimir en alle bewoners van Knekelstein. Ze zijn nu al terug van redactie!
‘Snel!’ roep ik tegen Borga. ‘Zandzakken voor de deur of je kan die ijzingwekkende avonturen van jou op je dikke pens schrijven!’
Borga rent in paniek rondjes door het huis. Nergens een zandzak te vinden. Hij vult een emmer met oliebollen en gooit die de wenteltrap af.
Vanuit de gangkast klinkt een kreun, gevolgd door een scheldkannonade. De stem klinkt bekend.
‘Die vuile ….! Ik zal haar! Mij een beetje doofkruid toedienen en me als afval in de gangkast stoppen!’
Ik trek mijn telefoon tevoorschijn en app Verena. < Schat, heb jij madame gedrogeerd in de gangkast gestopt? >
< Oeps. Vergeten te vertellen. Geen dank hoor. >
< Oké, wat je plannen ook zijn, ik zou hier voorlopig uit de buurt blijven als ik jou was. >
< Het staat toch op de agenda dat je vanaf morgen aan de laatste herschrijfronde van BW3 en 4 begint? Ik zit nu al in de koets met Ravàn. We staan zo bij je op de stoep. Gunther reist apart, want nu ja, je weet wel, hij en Ravàn … >
<Urgh!> antwoord ik. Ik roep mijn walging ook nog eens uit: ‘Urgh!’
Ondertussen is madame bezig om de deur van de gangkast open te beuken.
< Waar is de sleutel? > app ik nog naar Verena. Terwijl zij een antwoord typt, daas ik de trap af.
Die olijke jeugdboekenpersonages laten zich geen nee verkopen. Borga heeft de deur gebarricadeerd met een berg oliebollen, waar hij zelf bovenop is geklommen. Ik voeg me bij hem en druk mijn rug tegen de deur.
‘Allemaal tegelijk!’ klinkt de stem van Yeti gedempt door het hout heen. Met een flinke dreun lanceert de kudde vampiers, weerwolven, yeti’s, zombies, heksen, ondode tuinmannen, wiesewasjes en een waarzegmeisje zich tegen de deur. Gelukkig klemt die al maanden, ook al heb ik al twee keer een mannetje erbij gehaald.
Op twee hoog smakt de deur van de gangkast open. Madame komt naar buiten gestommeld. ‘Ik rijg haar aan het spit!’ brult ze. ‘Ik trek haar darmen via haar gehoorgangen naar buiten!’
‘Wat nu?’ vraag ik hijgend aan Borga, wie het huilen nader staat dan het lachen.
Hij neemt zijn hoge hoed af.
‘Goed idee! Je hoed weet vast raad.’
Borga trekt een ampul tevoorschijn.
‘Doofkruid? We kunnen ze toch niet allemaal platspuiten?’ Ergens klinkt het als een goed idee, dat moet ik toegeven …
Borga wijst naar boven.
‘Alleen madame? Je hebt gelijk. Zij is het gevaarlijkst. Ik kan niet hebben dat zij en Verena elkaar te lijf gaan. Verena is onmisbaar voor het plot van BW3 en 4. Madame … wat minder.’ Ik slik. Als ze hier ooit achter komt, zal haar wraak allerminst mals zijn. ‘Spuit het doofkruid in dat pak Ben & Jerry’s in de vriezer.’
Borga grijnst oenig.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat je dat hebt opgegeten?’
Borga haalt zijn schouders op.
‘Ik zei nog zo dat er altijd een pak B&J in huis moet zijn in het geval ze terugkomt! Of bijkomt! Of …!’ Ik klem mijn kaken op elkaar, wanneer de horde weer tegen de deur dreunt.
Borga trekt een enorme injectiespuit uit zijn hoed.
‘Doe wat nodig is. Schakel haar uit! Ik probeer de meute af te leiden!’
Hij is nog maar net de trap op gestommeld of de Knekelsteiners winnen het van de deur. Die klapt naar binnen, zoals doorgaans alleen in tekenfilms gebeurt, met mij eronder. De kudde vampiers, weerwolven, yeti’s, zombies, heksen, ondode tuinmannen, wiesewasjes en een waarzegmeisje stommelt over de deur heen naar binnen.
‘Waarom moet ik altijd zoveel personages verzinnen,’ mompel ik, in het stof bijtend.
Vertrapt en vernederd kruip ik de trap op. Madame ligt knock out in de gang. Die enorme injectiespuit steekt uit haar ene bil. De woonkamer is overgenomen door de kudde Knekelsteiners. Borga staat innig gelukkig oliebollen te bakken. Hij lijkt alweer vergeten dat hij zonet nog een eigen verhalenreeks eiste.
Wankel op mijn pootjes kijk ik rond. Ik haal mijn handen door mijn haren die alle kanten op staan en schraap een verpletterde oliebol van mijn wang. ‘Goed,’ mompel ik enigszins verwilderd. ‘Waar waren we gebleven?’
Buiten stoppen een stel koetsen voor het huis en dat is pas het topje van de Bloedwettense ijsberg die terugkeert.
‘Ik wilde alleen maar een lamlendige terugblik schrijven over de plottwist van 2020 die me nog steeds laat grijnzen als Borga wanneer ik eraan terugdenk!’ jammer ik.
De situatie noopt mij om het kort te houden. 2020 was een vruchtbaar schrijfjaar. Ik schreef drie boeken en vond na meer dan dertig jaar schrijven een nestje bij Hamley Books. Voor deze uitgever zal ik jeugdboeken gaan schrijven (de grote plottwist van 2020 die me nog steeds laat grijnzen als Borga wanneer ik eraan terugdenk).
Mijn plannen voor 2021? Om te beginnen de drie boeken die ik in 2020 schreef herschrijven, want de eerste boekenwet luidt ‘wie schrijft zal herschrijven’. Zo te zien tegelijkertijd. *huilt zachtjes*
De nepvampier, het eerste deel van De bloedstollende avonturen van Vladimir von Rotenbeck, verschijnt 8 juni 2021 bij Hamley Books.
Bloedwetten 3 en 4 verschijnen later in het jaar. Ik mik met gekruiste vingers op Castlefest (begin augustus 2021) in de hoop dat dat doorgaat en ik daar een puike presentatie kan houden.
Van Oom Borga’s avonturen verschenen er tot nu toe twee. Ze zijn gratis te lezen op de website van Hamley Books:
Rest mij jullie een fantastisch 2021 toe te wensen!
Hopelijk zien we elkaar weer snel in levenden lijve.
Heb lief en doe niets wat Oom Borga niet zou doen.